Bij luchtvaartmaatschappijen, banken en winkels begint de digitale ervaring echt vorm te krijgen. Tickets boeken, boodschappen doen en geld overmaken kan allemaal via een app, waarin persoonlijke informatie en voorkeuren worden gebruikt voor een klantervaring zonder frictie. Deze digitale beweging is helaas nog niet echt overgenomen in de gezondheidszorg, aldus Don Woodlock, vicepresident van InterSystems HealthShare. In de podcast “The Business of Healthcare” sprak hij met Dr. Bob Kaiser, klinisch professor aan de Naveen Jindal School of Management. Welke stappen denkt hij dat de zorg in dit komende jaar gaat zetten en waar ziet hij ruimte voor verbetering? Je leest het in dit artikel.
Interoperabiliteit is in vrijwel alle sectoren de sleutel
De besproken digitale beweging in andere industrieën heeft consumenten een betere algehele ervaring gegeven. Wat zijn bedrijven in deze sectoren anders gaan doen? Don Woodlock: “Je kunt de digitale ervaring van klanten alleen verbeteren als je eerst de interoperabiliteit van je systemen aanpakt. Door een verhoogde interoperabiliteit gaan gegevens vrij stromen en kun je de klantervaring veel beter aanpassen op iemands persoonlijke situatie.” Op de vraag of de zorg hier niet ook hard mee bezig is, antwoordt hij: “De zorg maakt zeker grote stappen op het gebied van interoperabiliteit. Het probleem is dat de patiënt er nog weinig van merkt. Achter de schermen is er al heel veel gedigitaliseerd en zijn systemen beter op elkaar afgestemd, maar deze vooruitgang wordt niet ingezet voor iets simpels als het maken van een afspraak bij de huisarts.”
Waar zit die vertraging?
Het probleem zit ‘m volgens Don Woodlock in de vele verschillende zorgsystemen. Landen, regio’s en zelfs afdelingen binnen dezelfde organisatie werken met hun eigen standaarden, waardoor communicatie met andere partijen moeizaam blijft. Deze verscheidenheid zie je veel minder in andere sectoren, waardoor het daar makkelijker is om snel vooruitgang te boeken. Don Woodlock: “Informatie-uitwisseling kan nog zo innovatief gebeuren; als je niet dezelfde taal spreekt, ben je nergens.” Ook legt hij uit dat veel zorgorganisaties goed beginnen met hun digitale transformatie, bijvoorbeeld met behulp van subsidies vanuit de overheid, maar dat ze moeite hebben om het innovatietempo vol te houden als ze verder in het proces komen. Don Woodlock: “Het volhouden van een digitale transformatie is moeilijker dan er een beginnen. Ik zie daarom dat het stopzetten van een subsidie er vaak voor zorgt dat de digitalisering in een zorgorganisatie tot stilstand komt. En dat terwijl zo’n organisatie op zo’n moment juist moet doorpakken.”
Doorpakken als de subsidie stopt- hoe moet dat?
Doorgaan met digitaliseren en innoveren is niet makkelijk als financiële ondersteuning wegvalt. Welk advies heeft Don Woodlock voor zorgorganisaties in deze situatie? “Zorg ervoor dat de verwerking van gegevens soepeler, sneller en geïntegreerd gebeurt,” zegt hij. “Daarmee schep je de juiste omstandigheden om patiënten op den duur een fijne digitale ervaring te bieden.” Hij legt uit: “Zoals ik al zei, heeft de digitale transformatie voor patiënten eigenlijk nog helemaal niet plaatsgevonden. Zij moeten hun verhaal overal opnieuw vertellen, ze moeten lang wachten en hebben vaak geen controle over hun eigen behandeling.” Het feit dat er achter de schermen wel al van alles aan elkaar gekoppeld is, maakt de stap naar een betere digitale klantervaring relatief klein, vindt Don Woodlock.
Bevrijd data uit de silo’s
Kortom: patiënten moeten een zorgervaring krijgen die lijkt op de ervaring die ze nu al krijgen bij luchtvaartmaatschappijen. Ze moeten zelf afspraken kunnen inplannen en bewerken, en meer controle krijgen over hun behandelingen. “Bovendien moeten patiënten zelf voorbereidend werk kunnen doen voorafgaand aan een doktersafspraak,” vindt Don Woodlock. “Er is zoveel dat patiënten zelf kunnen doen. Dankzij slimme bloeddrukmeters, hartslagmeters en natuurlijk de smartphone zijn patiënten in staat om veel informatie gewoon thuis te verzamelen.” Ten derde moet alle informatie die patiënten en artsen verzamelen samen worden gevoegd zodat het kan worden gedeeld met de betrokken partijen én kan worden geanalyseerd. Zo zijn “next steps” veel makkelijker te bepalen. Gelukkig werken veel organisaties momenteel aan deze transitie. Don Woodlock: “De overgang naar het EPD was al een flinke stap. We zitten momenteel in de tweede stap, namelijk het bevrijden van waardevolle data uit silo’s. Data moet vloeibaar zijn! Informatie moet van de een naar de andere plek kunnen stromen zodat patiënten zichzelf niet hoeven te herhalen.”
Mobiliteit als troef
Aan het einde van de aflevering bespreken Dr. Bon en Don Woodlock de opkomst van de Millennials op de werkvloer. Heeft dat nog enige invloed op de noodzaak van digitalisering? “Zeker!” vindt Don Woodlock. “Millennials zijn allang niet jong meer, binnenkort wordt de eerste 40. Dat betekent dat een enorm percentage van de bevolking mobiel is. Dat moeten we gebruiken!” En het kan ook, vindt hij. “Als het om Millennials gaat, geloof ik heel erg in de kracht van the Internet of Things. Dankzij sensoren kun je het echte leven gewoon laten gebeuren en daar data over verzamelen.” Hij illustreert: “Stel je voor dat, als je een ziekenhuis inloopt, dat je dan een berichtje met extra informatie krijgt. Extra informatie over je afspraak, de plek waar je moet zijn, de naam van de arts die je gaat spreken. Maar denk ook aan apotheken. Zij kunnen je een seintje geven wanneer je je medicijnen moet innemen. Wat een verschil kan een smartphone dan maken voor de kwaliteit van je behandeling!”
Ben je geïnteresseerd in dit onderwerp en wil je je meer verdiepen in de moderne zorgorganisatie? Download dan onderstaand whitepaper!
De route naar een moderne zorgorganisatie E-book voor bestuurders in de zorg